1. Bij deze richtlijn worden gemeenschappelijke maatregelen voor de minimale effectieve belastingheffing van groepen van multinationale ondernemingen (“MNO-groepen”) en omvangrijke binnenlandse groepen vastgesteld in de vorm van:
a) | een regel inzake inkomeninclusie (Income Inclusion Rule of IIR), in overeenstemming waarmee een moederentiteit van een MNO-groep of van een omvangrijke binnenlandse groep het aan haar toerekenbare deel van de bijheffing ter zake van de laagbelaste groepsentiteiten berekent en betaalt, en |
b) | een regel inzake onderbelaste winst ( Undertaxed Profit Rule of UTPR), in overeenstemming waarmee een groepsentiteit van een MNO-groep een extra contante belastinglast heeft die gelijk is aan haar deel van de bijheffing dat krachtens de IIR niet in rekening is gebracht ter zake van de laagbelaste groepsentiteiten. |
2. De lidstaten kunnen ervoor kiezen een gekwalificeerde binnenlandse bijheffing toe te passen in overeenstemming waarmee de bijheffing wordt berekend en betaald op de overwinst van alle in hun jurisdictie gevestigde laagbelaste groepsentiteiten op grond van deze richtlijn.